Ruimte is essentieel. Voor tuinen en voor mensen. Bij gebrek aan ruimte krijgen veel mensen namelijk het gevoel opgejaagd te worden of opgesloten te zijn. Het belangrijkste bij het inrichten van een tuin is dan ook het vinden van de juiste balans in de dimensies van de ruimtes en hun onderlinge situering. Door die balans gaan mensen zich in zo’n tuin prettig voelen.

Ruimte heeft niet alleen te maken met de werkelijke oppervlakte. Ook een kleine tuin kan voldoen aan de ruimtelijke behoefte van de gebruiker(s). Dit hangt samen met de keuze van de verschillende functies in een tuin. En vervolgens het toekennen van een rangorde. In de tuinen van Martin Veltkamp krijgen belangrijke functies een plaats in de hoofdruimte. Deze is vrijwel altijd het grootst en ligt tegen het woonhuis aan. Minder belangrijke functies worden in nevenruimtes ondergebracht. Deze liggen om de hoofdruimte heen. Alle ruimtes in de tuin worden optisch van elkaar gescheiden door elementen zoals haagjes, muurtjes of groepen heesters. En door zogenaamde zichtlijnen te gebruiken, zoals een looppad, worden de ruimtes weer onderling verbonden. Dit geeft overzicht.

Tuinontwerp is aan regels gebonden. De afmetingen van een ruimte zullen namelijk een bepaalde verhouding tot de menselijke maat moeten hebben. Dit brengt rust. Het bewust bepalen van en prioriteit geven aan functieplekken in een tuin geeft een ongekend gevoel van comfort. Zo geeft een gevel of muur bijvoorbeeld een gevoel van veiligheid. Een dergelijke massa kan zelfs midden in een tuin worden geplaatst. Door die gevel of muur wordt ook nieuwsgierigheid opgeroepen. Een effect dat wordt versterkt als het achterliggende gedeelte van deze tuin te zien is, bijvoorbeeld doordat bomen net boven de massa uitsteken. En juist door in de tuin functieplekken (zoals een looppad) groter te maken dan strikt noodzakelijk, weet Martin Veltkamp ook dat ruimtelijke effect te versterken.